Het kerkgebouw

Het kerkgebouw

Oorspronkelijk was de kerk gewijd aan de heilige Georgius oftewel Sint Joris. Op de torenspits staat dan ook als windwijzer een afbeelding van Sint Joris, gemaakt in 1783, die de draak verslaat, als symbool van het goede dat het kwade overwint.

Het oorspronkelijke kerkgebouw dateert uit omstreeks 1316. Het was toen niet meer dan een kleine kapel met een driezijdige koorsluiting en een bakstenen torentje. Mogelijk was het de burchtkapel van het kasteel dat in die tijd op ongeveer 100 meter afstand stond op ’t Zand.

In 1597 tijdens de 80-jarige oorlog ontstond bij de inname van Bredevoort door Prins Maurits een grote brand die het stadje Bredevoort, en daarmee ook de kerk, grotendeels verwoestte. De muren van het koor bleven overeind en dit is dan ook het oudste deel van de kerk. In 1600 was de kerk weer geheel herbouwd, nu in de huidige vorm, met een veel hogere houten toren van 38 meter hoogte. Men wilde graag een zo hoog mogelijke toren bouwen. Waarschijnlijk gebruikte men hiervoor hout uit geldgebrek; baksteen was duur en hout stond er rondom Bredevoort genoeg.

kerkgebouw_400x600

Ongeveer in 1597 drong de reformatie ook tot Bredevoort door en werd de Sint Joriskerk een protestantse kerk. Vanaf toen werden ook hier de katholieke godsdienstoefeningen verboden. Een kleine tweehonderd jaar lang, tot omstreeks 1790, hebben de katholieken daarom noodgedwongen gebruik moeten maken van een Duitse Kruiskapel net over de grens aan de (toenmalige) zandweg van Aalten naar Bocholt.

meer over het kerkgebouw
In 1639 werd de kerk vergroot door aan de noordzijde de muur er uit te breken en met dezelfde stenen enkele meters verderop weer op te bouwen. Bovendien werd de kerk uitgebreid met een galerij en later met de zogenaamde ”boerenzolder”. Een wat vreemde benaming die waarschijnlijk is ontstaan doordat de boeren vrij laat in de kerk kwamen, door de zijdeur onder de galerij naar binnen gingen en op de “zolder” gingen zitten. Ook wordt wel verteld dat de boeren, die soms rechtstreeks van hun werk kwamen, de kerkgangers hinderden door de boerenlucht die ze verspreidden, en daarom naar deze plaatsen werden verwezen.

In 1645 ontplofte door blikseminslag de kruittoren bij het kasteel. Het kasteel en omliggende gebouwen werden volledig verwoest en ook de kerk liep zware schade op. Met financiële hulp van andere kerken is de kerk opnieuw herbouwd. Van de 40 slachtoffers zijn er 11 in een gemeenschappelijk graf in het koor van de kerk begraven.

In de eeuwen daarna is de kerk vele malen gerepareerd en gerestaureerd. De laatste restauraties waren die van de toren in 1949 en van het schip van de kerk in de jaren 1965/1967.

In 1858 is een catechiseerlokaal bij de kerk gebouwd. Veertig jaar later, in 1889 werd er een tweede aanbouw gerealiseerd voor de catechisanten en werd de eerste ruimte in gebruik genomen als consistorie.
En dat is nog steeds zo. De tweede aanbouw is bij de laatste restauratie van 1965/1967 afgebroken. Sinds 1965 beschikt de kerk over een eigen kerkelijk centrum tegenover de kerk. Tot aan het einde van de 18e eeuw was er een kerkhof rond de kerk en is er ook veelvuldig in de kerk begraven.

Aan de zuidgevel van de kerk is in 1753 een zonnewijzer bevestigd van Bentheimer zandsteen waarin de cijfers zijn gehakt.

Muurnissen

Op drie plaatsen zitten nissen in de kerkmuur. Vroeger zullen er wijwaterbakjes en beelden in hebben gestaan.
Deze nissen zitten opvallend laag. Dat komt omdat de kerkvloer in de loop der tijden verschillende keren is opgehoogd.

Melaatsenraampje

In de buitenmuur van het koor is nog een dichtgemetselde opening te zien, een “melaatsenraampje”. Ook Bredevoort had vroeger regelmatig te kampen met besmettelijke ziekten binnen de stadsmuren. Leprozen en andere zieken moesten vroeger de mis bijwonen op het kerkhof. Door dit raampje reikte de priester dan de communie aan.

melaatsenraampje_groter
Interieur

Interieur

Preekstoel

De preekstoel met rococo-invloeden is gemaakt in 1762 door Hendrik Valk. Het was een geschenk van Zeno Lambert Satink (1698-1777) luitenant-kolonel der infanterie van het garnizoen van Bredevoort.

In het paneel aan de voorkant is het wapen van de familie Satink uitgesneden: een hanepoot. Daaronder staat:

“Zeno Lambert Satink Capitein dezer
Landen Donavit Anno 1762″

Het opschrift op de kanselvoet luidt:

“Siet dan hoe gij hoort” (Lucas 8:18)

Er onder de naam van de maker:

“Hendrik Valk fecit”

Ook de bijzonder fraaie koperen lezenaar is een geschenk van Satink. De kanselbijbel is van 1748 en is gedrukt door Nicolaas Goetzee uit Gorinchem. De achterwand van de preekstoel is, vanwege de toen zeer slechte staat, in 1951 vervangen.

Vanwege de aankoop van een nieuw wit orgel in 1834, is de kansel vanaf die tijd wit geschilderd geweest en waren de lijnen van het snijwerk aangegeven met bladgoud. Witte orgels en kansels duidden op de verbondenheid die men had met Duitse Protestante kerken waar ook de witte tinten in de kerkgebouwen domineerden Tijdens de restauratie van 1965/1967 is de preekstoel in de originele staat teruggebracht.

preekstoel_klein

Grafzerken

In de kerk zijn nog verschillende grafstenen te vinden, o.a. die van Zeno Lambert Satink (1777). Ook is er een witte marmeren grafzerk van zijn enige dochter Antonia (1792). Beide stenen liggen voor de kansel.
Antonia sloot een tweede huwelijk met haar neef Jan Satink. In de steen staat de volgende tekst met daaronder een gedicht in Latijnse hoofdletters:

Hier rust vrouwe Antonia Satink geb. Satink
in leeve huisvrouwe van den Kollonnel en Kapitein
ter Zee Jan Satink Gerard Daniels Zoon
Zij werd geboren den X Oktober MDCCXXIX (1729)
stierf den XXX January MDCCLXXXXII (1792)

Hier rust mijn zielsvriendin
Mijn dierbaarste echtgenoot
Ik zag haar lijdzaamheid
In d’allerjongsten nood
En hoe haar heilgeloov
Vertrouwde op haaren God
Zij wisselde getroost dees aard
Voor beter lot

In 2006 zijn alle grafstenen geheel gerestaureerd.

zerk_0022
Orgel

Orgel

Historisch orgel

Het orgel is gebouwd in 1834 door Friedrich August Naber uit Deventer, die gebruik maakte van veel oud pijpwerk. Lange tijd is gedacht dat dit oude pijpwerk afkomstig was van een in die tijd afgebroken Schnitger-orgel uit de grote kerk van Deventer.

Later onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval kan zijn. De oude pijpen in het Bredevoortse orgel zijn van Westfaalse herkomst, deels gedateerd omstreeks 1700, deels nog ouder, en van grote historische waarde. Volgens mondelinge overlevering zou Naber gebruik hebben gemaakt van materiaal uit het hulporgel van Winterswijk, gebruikt tijdens de bouw van hun nieuwe Naber-orgel. Of dit hulporgel materiaal leverde voor het Bredevoortse orgel is niet meer te achterhalen.

orgel_klein

De boerenzolder

De teksten gebeiteld in de balk onder de boerenzolder waren lange tijd voor het oog verborgen. Tijdens de restauratie van 1949 zijn ze onder een betimmering en plamuurlaag terug gevonden. Deze ingebeitelde Bijbelteksten zijn heel oud. De spelling bewijst dat men hiervoor niet de teksten uit de Statenvertaling van 1637 gebruikte, maar een nog oudere vertaling van de Bijbel in het Nederlands, de Deux-aesbijbel.

De volgende teksten zijn te lezen:

Betert u, want het Koninckrike der Hemelen
is nabij. Mat.3

Salich zijnse die reyn van herten zin
want sij sullen Godt sien. Mat 5.

Salich zijnsij die Gods woordt hooren
en dat bewaren lvc xi

Den menschen is geset eens te sterven
ende daerna het oordeel

pilaar_klein

Restauratie

Tijdens de restauratie van 1967 werden ook op de pilaren inscripties gevonden:

Rechts:
weest daders des woorts en niet alleen
hoorders uselven bedriegende

Midden:
joannes verschage ecclesi minister kerkmeisteren
tilman
tenhagen
jan ter woordt


Links:
restauratum anno post
christum natum 1640


Na de restauratie van 1967 is hieraan toegevoegd:
restauratum anno post
christum natum 1967

Tijdens deze laatste restauratie zijn ook muur schilderingen terug gevonden. De afbeeldingen zijn geconserveerd maar zijn zeer vaag en niet te herkennen.

pilaar_2_klein
Klokken

Klokken

In de toren

In de toren hangen zes klokken. De oudste is de klepklok, gegoten in 1454, die niet geluid maar geklept wordt. Deze klok heeft vermoedelijk in het klooster ”Domus beata Maria in Nazareth” gehangen. Dit klooster, op ongeveer twee kilometer van Bredevoort, werd ook wel “’t Schaer” genoemd, naar de veldnaam van dit gebied.

De klok werd in 1596 na de verwoesting van het klooster aan de kerk van Bredevoort uitgeleend. Het klooster is nooit herbouwd en de klok is altijd in de Sint Joriskerk gebleven. Een jaar later tijdens de grote brand van 1597 heeft alleen deze kleine klok de ramp overleefd. Tijdens de vordering van de kerkklokken door de bezetters in de Tweede Wereldoorlog mocht deze vanwege zijn grote historische waarde blijven hangen.

De tweede klok is de brandklok, gegoten in 1644 door Johan van Trier. In de klok staan drie randschriften. Eén ervan luidt:

Luyden klincken dat sijn mijn wercken
daermet roep ick het volck ter kercken.

De derde klok is de grootste klok, gegoten uit een oude Bredevoortse klok door de klokkengieter Wilhelm Fremy in 1731. De klok is 1 meter hoog, heeft een diameter van 1,25 meter en weegt 1480 kilo. Deze klok slaat driemaal daags: om acht uur, om twaalf uur en om negen uur ‘s avonds. Deze laatste slag wordt van oudsher de “papklok” genoemd. Het was het sein om pap te eten en naar bed te gaan.

De brandklok en de grote klok zijn in 1943 door de Duitsers uit de toren gehaald, om omgesmolten te worden tot oorlogsmateriaal. Een nacht lang stonden deze klokken op de stoep voor de kerk en “iemand” heeft toen met grote witte letters op één van de klokken gekalkt:

Wie Met Deze Klokken Schiet, Wint Den Oorlog Niet.

De klokken zijn gelukkig in de zomer van 1945 ongeschonden teruggevonden.

De overige drie klokken vormen samen het carillon. Elk half uur, voor de grote klok slaat, laten deze kleine voorslagklokken een wijsje horen dat in de volksmond “Jan Beernd Swietink” wordt genoemd naar degene die (en zijn nazaten nog steeds) in het huis direct naast de kerk woonde.

de_klokken

Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan:
“Brevoort can ick vergeten niet”, Ds. H.A. Hauer.
“Aalten en Bredevoort in vervlogen tijden”, B.D. Rots.
“Nazareth, Bredevoort en zijn katholieken”, Jos Wessels.
Brochure St. Joriskerk, uitgegeven door de Hervormde Gemeente te Bredevoort.

Toegankelijkheid

Toegankelijkheid

Sinds oktober 2009 worden de concerten gegeven in een nieuw ingerichte Sint Joriskerk.

In de meeste gevallen gebruiken we daarbij een podium, waardoor de musici en hun soms bijzondere instrumenten zowel vanuit de kerkzaal als vanaf de Boerenzolder goed te zien zijn.

Toegankelijkheid is verbeterd

De kerk is sinds de herinrichting van 2009 voorzien van een rolstoelvriendelijke entree. Hierdoor zijn de concerten voor iedereen te bezoeken. Er is een invalidenparkeerplaats direct naast de ingang van de kerk.

Ook met een rolstoel of rollator is de Sint Joriskerk daardoor goed toegankelijk.

Wel is het noodzakelijk om, indien u met een rolstoel wilt komen, dit van te voren telefonisch of, bij voorkeur, per email door te geven (tel. 0543 – 451010, email info@sintjorisconcerten.nl). We kunnen dan ruimte maken. In verband met veiligheid is een plaats dicht bij de uitgang erg belangrijk, en is een plaats in het middenpad niet mogelijk.

rolstoelhelling